29 december 2010

Foto slideshow in Blogger

Vandaag kwam ik een interessant bericht tegen op Blogger Plugins: Light Box Image Viewer For Blogger.
Daar wordt precies uitgelegd hoe je een mooie imageviewer aan je weblog kunt toevoegen.
Wanneer je op een afbeelding klikt wordt deze groot weergegeven bovenop hetzelfde scherm en als je meer plaatjes toevoegt kun je er een slideshow van maken met -next prev- knoppen.

Daarvoor moet je wel wat code toevoegen aan je HTML template en als je foto's uploadt moet je er daarna ook wat code bijplaatsen, maar het resultaat is heel mooi.

Het gaat trouwens om een routine die je al op veel meer sites aantreft en die gratis beschikbaar gesteld wordt door Lokesh Dhakar onder de naam Lightbox 2.

Daarnaast is het nu bij Blogger ook mogelijk om snel meerdere foto's tegelijk vanuit je Picasa webalbum op je weblog te plaatsen. Ik kon dus snel wat foto's uitkiezen om hier neer te zetten.
Als je daarna op een van de foto's klikt wordt deze groot weergegeven en kun je verder bladeren!

Het aardige is dat dit ook werkt op de iPad! Dus waar een Flickr slideshow het niet doet kan het op deze manier wel. Dit werkt namelijk niet met Flash, maar met JavaScript. Probeer maar uit zou ik zeggen.





Zoals je ziet kun je ook titels toevoegen die keurig getoond worden in de slideshow.

21 december 2010

subsidie voor het internet

Gisterenavond zegt mijn zoon opeens:
"Ik weet niet wat ik denken moet van die BTW-verhoging op de verkoop van theaterkaartjes. Eigenlijk ben ik gewoon voor. Als mensen ergens heen willen is het toch logisch dat ze ervoor betalen?"
Mijn eerste reactie was:
"Als jij er zo over denkt hebben wij je blijkbaar toch niet goed opgevoed en je te weinig meegegeven over kunst en cultuur."
Zijn antwoord (gelukkig):
"Nou, dat vind ik nog wel meevallen hoor. Maar ik maak veel meer gebruik van internet en bijvoorbeeld Facebook. Waarom subsidiëren ze dat dan niet?"
Tja... toen was papa even stil. En als je erover nadenkt: We hebben wel een publieke omroep. Waarom dan inderdaad geen publiek toegankelijk internet? Dus gewoon overal en voor iedereen gratis toegang. Op ieder rijksgebouw een hotspot!

Gelukkig zijn podiumkunsten ook via internet te zien.
Zo hadden we vorig jaar "The Internet Symphony" Global Mash Up, een mix van duizenden videobijdragen van over de gehele wereld.

20 december 2010

De iPad is niet geschikt(er) voor het onderwijs

screendump iPad
De afgelopen maanden heb ik heel wat blogposts, artikelen en berichten voorbij zien komen waarin mensen bijna wanhopig op zoek zijn naar de meerwaarde van de iPad voor het onderwijs.

Natuurlijk, iedereen wil een iPad, want het is gewoon een prachtig device! Maar een aanschaf (zeker als de baas betaalt) moet je natuurlijk wel kunnen verantwoorden dus komen de meest uiteenlopende argumenten voorbij.

Bij al die argumenten stel ik mezelf telkens de vraag:
Kan hetzelfde ook met een netbook van € 249?
In de meeste gevallen is die vraag met JA te beantwoorden.

Wat onderscheidt de iPad nu wezenlijk van bijvoorbeeld een netbook?
Gewicht, formaat, supersnel opstarten, bedieningsgemak en naast dat alles gewoon heel sexy!
De achteloze manier waarop je tijdens een conferentie even een iPad voor de dag weet te halen dwingt in veel gevallen respect af.
Maar rechtvaardigt dit nu (in dit stadium al) aanschaf voor onderwijssituaties?
Ik durf het me echt af te vragen!
Voorlopig zie ik het namelijk nog steeds als een apparaat erbij en niet als vervanger voor...
Begrijp me goed: Ik juich het alleen maar toe dat er her en der experimenten plaatsvinden om te zien wat de mogelijkheden zijn.
Maar als je nu al voor alle docenten van een opleiding een iPad aanschaft sla je volgens mij echt een beetje door.
Ik zou op z'n minst wachten tot versie 2 uitkomt, waar dan wat mij betreft wél een camera en SD-kaartlezer in hoort te zitten + een usb aansluiting én monitoruitgang.
Tot die tijd is de iPad wat mij betreft een prachtig apparaat, maar vooral voor 's avonds thuis op de bank!

Negatief stemadvies dus? Nee hoor en behalve dat, wie ben ik om daar wat over te zeggen!
Tenslotte heb ook ik nog lang niet alle mogelijkheden ontdekt.
Wat de iPad ook onderscheidt, naast de zaken die ik hierboven al noemde is het feit dat er een accelerometer inzit en GPS. Waarom worden er niet meer educatieve toepassingen bedacht die juist die mogelijkheden uitnutten, of ken ik ze niet?
Wat mezelf tegenvalt van de iPad is dat je niet zo prosumerend kunt werken als op een net/notebook.
Als ik een bericht schrijf voor m'n weblog heb ik vaak meerdere schermen/tabbladen open staan om links te verzamelen, embedcodes te kopiëren en te plakken, foto's te uploaden en ga zo maar door. Dat lukt me echt niet op een iPad!
Gisteren op Twitter zag ik nog als argument: ik gebruik hem om te notuleren tijdens vergaderingen.
Het enige dat ik dan bedenken kan is: wat zullen je collega's jaloers zijn!

Bekijk tenslotte onderstaande grafiek, gevonden op ipadinfo.nl in het bericht:
Waar wordt de iPad allemaal voor gebruikt?



Het bevestigt mijn beeld dat de iPad een super device is... voor 's avonds op de bank.

Het mag duidelijk zijn dat ik heel benieuwd ben naar jullie reacties!

Google Scholar in het Nederlands!

Zojuist kreeg ik een tip binnen via Twitter van @MijniPadnet:
@trendmatcher ik zag net iets, wat me nog niet eerder was opgevallen, dacht direct aan jou; Google heeft nu scholar.google.nl (beta)
Wat is Google Scholar?
Google Scholar biedt een eenvoudige manier om te zoeken op wetenschappelijke literatuur. U kunt zoeken in de meest uiteenlopende disciplines en bronnen vanuit één zoekvak: artikelen, proefschriften, boeken, samenvattingen en artikelen van academische uitgeverijen, professionele organisaties, voorpublicaties, universiteiten en andere wetenschappelijk organisaties. Met Google Scholar kunt u wereldwijd de meest relevante wetenschappelijke onderzoeksrapporten zoeken.

Functies van Google Scholar
  • U kunt zoeken in diverse bronnen vanuit één zoekvak
  • U vindt artikelen, samenvattingen en citaten
  • U stelt vast waar het complete artikel zich bevindt via uw bibliotheek of het web
  • U leert meer over de belangrijkste artikelen in elk gewenst onderzoeksveld
Hoe worden artikelen gerangschikt?
Bij Google Scholar worden uw zoekresultaten op relevantie gerangschikt. Net als bij de zoekmachine van Google worden de nuttigste verwijzingen boven aan de pagina weergegeven. Met de rankingtechnologie van Google wordt de volledige tekst van elk artikel doorzocht en wordt rekening gehouden met de auteur, de publicatie waarin het artikel staat en hoe vaak het artikel is geciteerd in wetenschappelijke literatuur.

Ik heb een aantal zoekopdrachten gedaan en had nog niet het gevoel dat er al veel informatie geïndexeerd is in mijn interessegebieden, maar daar kunnen we zelf wat aan doen door Google te helpen. Uitgevers en Bibliothecarissen vinden daarvoor hier meer informatie.

Sociale media in het mbo: gewoon doen!

De MBO krant van november
Vandaag kreeg ik de MBO krant van november 2010 onder ogen met veel interessante artikelen. Natuurlijk aandacht voor de MBO zesdaagse, een prima artikel over de Netwerkschool, een mooi interview met Eduard Beck, de MBO uitblinker 2010 en natuurlijk veel verhalen over Competentcity en wat daar allemaal gebeurde.

Een daarvan wil ik er natuurlijk even uitlichten, namelijk over de sessie waar ik zelf aan mocht bijdragen: de paneldiscussie over sociale media in het onderwijs. Helaas staat de naam van de auteur er niet bij, maar het is een mooi verslag van de discussie zoals deze plaatsvond.

Sociale media in het mbo: gewoon doen!
Twitter. Facebook. LinkedIn. Sociale Media zijn hot. En dat bleek wel tijdens CompetentCity. Een bomvolle, hete zaal, vier praatgrage panelleden en gespreksstof te over. Een verslag.
Sociale media? Wat zijn het? En de belangrijke vervolgvraag: wat kunnen en moeten we er in het onderwijs mee? Een vraag die gemakkelijker gesteld dan beantwoord bleek. Workshopleider Joris van Meel (werkzaam bij Ravestein & Zwart) gaf de bezoekers een inleiding in de sociale media. Een van de definities: ‘Sociale media faciliteren georganiseerde vormen van gezamenlijk acteren’. Het belangrijkste woord in die definitie is ‘gezamenlijk’. Van Meel: ‘Inzetten van sociale media vereist niet alleen dat je boodschappen zendt, maar ook dat je luistert, ontvangt en reageert. En dat kost tijd. Ben je niet van plan zoveel tijd te investeren, dan moet je niet aan sociale media beginnen; dan is het project gedoemd te mislukken.’ Hoe je sociale media in het onderwijs kunt inzetten? De mogelijkheden zijn legio, zo leren de bezoekers. Denk aan het uitwisselen van kennis met collega’s via bijvoorbeeld webblogs, het inleven in de leefwereld van je leerlingen via twitter en het onderwijzen van mediawijsheid.

Langzaam proces
Na de inleidende presentatie is het tijd voor de discussie onder leiding van Haye van der Werf. Jan Kees Meindersma - sectormanager mbo bij Kennisnet - en edubloggers Karin Winters, Wilfred Rubens en Willem Karssenberg gaan onder andere in discussie over de vraag waarom het vaak zo moeilijk is sociale media in het onderwijs in te zetten. Winters begint: ‘Je moet niet aan sociale media beginnen omdat het zo hip is. Er moet een idee achter zitten.’ Wilfred Rubens vult haar aan: ‘Sociale media invoeren is een langzaam proces. Mensen moeten overtuigd zijn van de mogelijkheden: je kunt het paard wel naar de drinkbak brengen, maar het niet dwingen te drinken.’
Om goed met sociale media te werken, moet de organisatie haar medewerkers vertrouwen. Meindersma: ‘Mensen weten precies wat ze wel en niet kunnen zeggen.’ Karssenberg: ‘Je moet je weblog niet gebruiken om de vuile was buiten te hangen.’ Winters relativeert: ‘Niemand binnen een ROC leest een weblog. Pas toen ik een keer in Profiel stond, kreeg ik reacties.’

Learning bij doing
Wat lastig is: sociale media laten zich niet in regeltjes vangen. Een boek lezen over sociale media is dan ook niet genoeg: je moet ermee oefenen. Een tip van Winters: ‘Begin klein en in een gesloten omgeving. En als het goed gaat, moet je doorgaan!’ Karssenberg vult aan: ‘Ziet het CvB niet in dat sociale media een nuttige rol binnen het onderwijs kunnen vervullen? Laat dan iemand van buitenaf vertellen waarom dat wel zo is. Vaak helpt dat.’ Iemand uit de zaal reageert: ‘Soms is het beter om het CvB er niet bij te betrekken, want dan duurt het al snel weer drie maanden. Gewoon zelf een plan maken en van start gaan dus!’ De zaal bromt instemmend. De slotoverweging komt van Jan Kees Meindersma: ‘Sociale media zijn geen doel op zich: sociale media zijn een middel. Maar uiteindelijk moet je het gewoon doen!’

19 december 2010

Een nieuw weblog over Onderwijsinnovatie

Vandaag een week geleden is er weer een nieuw weblog bijgekomen over Onderwijsinnovatie, gestart door Heino Logtenberg.
Heino Logtenberg
"In deze blog wil ik mijn eigen avonturen in onderwijsinnovatieland delen met who ever. Een groot deel zal over ICT in het onderwijs en onderzoek gaan gerelateerd aan HBO-land. Maar er is meer dan ICT, denk aan sociaal pedagogiek, didactiek en boeiend onderwijs. Een van mijn stokpaardjes is dat het leren niet verandert, maar de technologie wel en...... HBO docenten zijn wel vakspecialisten, maar heel vaak juist missen zijn pedagogische en didactische know how. Ik wil graag een positieve blog en geen reactief, humeurige omgeving waarnaar we soms in onderwijsland neigen. Maar eens kijken of dat lukt!"
Gelijk werd me duidelijk dat Heino zich gaat richten op de inhoud.
Hij gebruikte namelijk het meest standaard Blogger template dat voorhanden is, zonder enige toeters of bellen waardoor het berichtengedeelte zo smal was dat je er niet eens fatsoenlijk een Youtube filmpje in zou kunnen plakken!
Dus bood ik Heino aan hem te helpen z'n weblog wat "op te leuken". Hij verleende me admin rechten waardoor ik de mogelijkheid kreeg het nodige aan te passen. Het is nog steeds sober en zakelijk, maar nu wel met voldoende ruimte voor tekst én een kleine knipoog naar de site van Saxion Hogescholen, waar Heino werkzaam is.

In de eerste week staan er al de nodige berichten én reacties en is de site al goed bezocht. Een prima stimulans voor Heino om door te gaan. Mijn waarschuwing aan hem was namelijk wel: een weblog beginnen is geen kunst, maar volhouden is een veel grotere uitdaging!

Dus mensen, help Heino door je bij zijn weblog aan te melden, je te abonneren op z'n feeds en door te reageren op zijn scherpe en uitdagende bijdragen!

Droid Sans Mono


Gewoon omdat het kan even een berichtje in het lettertype Droid Sans Mono.
Ik heb er al eerder over geschreven dat dit kon, maar was het zelf weer bijna vergeten. Bij Blogger in Draft kun je nu kiezen uit alle extra fonts die Google beschikbaar stelt voor de verschillende onderdelen van je pagina, zoals titel, berichtkop. tekst, zijkolom enzovoort...

18 december 2010

Blogger biedt nu mobiele sjablonen

Gisteren was ik bezig voor iemand een weblog in te richten bij Blogger. Ik gebruik dan altijd Blogger in draft omdat je daar iets meer mogelijkheden hebt bij het definiëren van de templates.
Tot m'n grote verbazing kreeg ik de melding dat je je weblog nu ook geschikt kunt maken voor mobiele devices!
Even één vinkje zetten en je bent klaar. Je kunt een voorbeeld van je pagina oproepen en je krijgt er gelijk een QR code bij.



Ga vanuit je dashboard (in draft.blogger.com) naar Instellingen en kies het tabblad E-mail en Google Mobile.
Je ziet daar dan gelijk de mogelijkheid: Mobiele sjabloon weergeven.
Aanzetten, voorbeeld bekijken, bewaren en vanaf dat moment is je weblog zo maar geschikt om op een mobieltje getoond te worden!

Er worden nu 12 varianten van twee templates ondersteund. Heb je een ander template in gebruik dan werkt het ook maar in simpele weergave. Verder wordt de header en je profiel keurig weergegeven.
Meer informatie vind je op het weblog Blogger in Draft: New mobile templates for reading on the go

Het mooie is dat wanneer je dit hebt ingesteld mobieltjes automatisch naar dit sjabloon geleid worden. Ook is het gewoon mogelijk om reacties te plaatsen en eventueel in de pagina opgenomen video's te bekijken.

Ik had eerlijk gezegd nooit verwacht dat Blogger zich zo zou blijven ontwikkelen, maar ben er heel blij mee. Wie beweert dat bloggen dood is weet dus echt niet waar hij/zij het over heeft Nog steeds komen er mooie weblogs bij (waarover later meer).

Hiernaast zie je een screendump van de mobiele weergave van mijn weblog op mijn Android Hero. Probeer het uit zou ik zeggen door even de QR code te scannen!

09 december 2010

Het Ambitieplan van de mbo-instelling & Kennisnet

keuzes maken!
Mbo-instellingen die deelnemen aan het ambassadeursnetwerk van Kennisnet, krijgen de mogelijkheid om met Kennisnet een ambitieplan te ontwikkelen. In het ambitieplan wordt de lange termijn visie op het gebruik van ict binnen de onderwijsinstelling verwoord.

Vanuit deze visie worden de lange termijn en korte termijn ambities geformuleerd. Bij elke ambitie wordt bekeken op welke manier Kennisnet en de Kennisnetambassadeur kan bijdragen om deze ambitie te verwezenlijken. Het ambitieplan wordt afgesloten met een concrete lijst van activiteiten in de tijd gepland. Deze planning is uiteraard dynamisch van aard en zal gedurende het schooljaar aangepast en bijgewerkt worden.

De voordelen
Door na te denken over wat de onderwijsinstelling op lange termijn wil bereiken op het gebied van inzet van ict, wordt men gedwongen om te focussen en keuzes te maken. Kennisnet kan, bij het ontwikkelen van het ambitieplan, onder andere ondersteunen door:
  • de huidige trends en ontwikkelingen op het gebied van ict gebruik binnen het onderwijs te schetsen;
  • expertise en ervaringen, opgedaan bij andere onderwijsinstellingen;
  • onderzoeksresultaten te delen (bijvoorbeeld op het gebied van rendement van bepaalde ict toepassingen);
  • de onderwijsinstelling in contact brengen met andere onderwijsinstellingen om ervaringen uit te wisselen;
  • een overzicht te schetsen van de diensten die Kennisnet biedt.
Meer informatie bij John Hanswijk van Kennisnet. (bron)

Ontegenzeggelijk een mooi aanbod van Kennisnet! Maar wat nu als een MBO-instelling geen ambassadeur heeft of die heeft weggeparkeerd in een functie van waaruit ze onmogelijk fatsoenlijk haar werk kan doen? Of nog erger, wanneer er geen enkel aanspreekpunt is binnen de instelling en niemand ICT in portefeuille heeft? Wanneer ambities niet duidelijk zijn, laat staan geformuleerd en er van een lange termijn visie al helemaal geen sprake is? Wanneer ICT expertise alleen van buitenaf wordt ingehuurd "indien nodig"?
Hoe zal zo'n instelling ooit keuzes kunnen maken en focussen op wat men wil bereiken op het gebied van inzet van ict?
Soms ben ik bang dat ik dat allemaal niet meer meemaak...
Het gaat Toine Maes allemaal veel te langzaam zei hij onlangs nog. Hoog tijd dus om in eigen persoon als ambassadeur nog eens een paar instellingen bij langs te gaan en hen te confronteren met die noodzaak. Als het van binnenuit niet meer lukt moet de druk maar van buiten komen. Werk aan de winkel dus voor Kennisnet!

Boekje over centraal ontwikkelde examens taal en rekenen

Hoe? Zo!
Het centraal ontwikkelde examen Nederlandse taal en rekenen komt snel dichterbij. De invoering van dit centrale examen heeft grote consequenties voor de mbo-instellingen. De gevolgen gaan echter verder dan de zuiver onderwijsinhoudelijke uitdaging.

Ook op organisatorisch- en ict-gebied zullen instellingen zich goed moeten voorbereiden. Daarbij moeten vragen beantwoord worden als:
  • Hoeveel studenten gaan per jaar examen doen?
  • Hoe moeten we de examenlokalen inrichten?
  • Moeten alle examens op hetzelfde moment?
  • Wie is verantwoordelijk voor de communicatie van het examenresultaat?
  • Mogen studenten het examen afnemen op de eigen laptop?
  • Hoe wordt de correctie intern geregeld?
Een antwoord op deze vragen is niet altijd goed te vinden. Vandaar dat het College voor Examens, saMBO~ICT en Kennisnet een boekje zullen ontwikkelen met de titel
‘Centraal ontwikkelde examens Nederlandse taal en rekenen. Hoe? Zo!’

Het boekje geeft antwoord op heel veel vragen, geredeneerd vanuit de onderwijsinstelling. Het zal omstreeks april 2011 verschijnen.

Nu kan het zijn dat je in de lijst met vragen dingen mist, zoals:
  • Hoe gaat de inspectie (miv. 2013?) conroleren of wij (ROC’s) het goed doen.
  • Wat is nu de regel mbt. gebruik rekenmachine en hoe gaan we dat (achter de PC) tijdens examens regelen?
  • Wat is filosofie achter het rekenmachine-gebruik?
  • Hoe kan nu concreet gemeten worden of een leerlijn van een concrete leerling wel doorlopen wordt? M.a.w.± hoe is de relatie tussen 1F, 2F, 3F en 3S.
Daarom hierbij ook een oproep om vooral vragen te blijven mailen. Dit kan rechtstreeks naar John Hanswijk van Kennisnet. e-mailadres: j.hanswijk@kennisnet.nl

Bloggen met Scribefire

Een van de meest populaire add-ons voor Firefox is nu beschikbaar voor Chrome!: ScribeFire

ScribeFire is een full-featured blog editor die integreert met je Chrome browser en daarmee kun je nu gemakkelijk berichten plaatsen op al je blogs.

Je kunt berichten plaatsen op blogs van Wordpress, Blogger, TypePad, Windows Live Spaces, Tumblr, Posterous, Xanga, LiveJournal, of een andere blog dat de MetaWeblog of MovableType API ondersteunt.

Je kunt bestaande posten
 bewerken en bijwerken. Je kunt een schema posten voor de toekomst (als je blog dat mogelijk maakt). Je kunt natuurlijk ook berichten verwijderen en drafts maken.Tenslotte kun je tags gebruiken en categoriseren.

ScribeFire voor Chrome heeft een eenvoudige interface die zo eenvoudig is dat zelfs een holbewoner het kan gebruiken, en alles waar je aan werkt wordt opgeslagen als je de editor sluit en hersteld wanneer je terugkomt. Het is echt de makkelijkste manier om je blog te updaten. (vertaald met behulp van Google Translate)

UPDATE: Vanaf versie 1.4.3.0 kunt u afbeeldingen uploaden naar Blogger als u gebruik maakt Chrome 7 of nieuwer. Uploaden naar Wordpress en MetaWeblog API blogs werd ingeschakeld in versie 1.3.1.0.

Dit bericht is dus ook gemaakt met behulp van die tool om te zien hoe het werkt. Wat ik nog wil uittesten is of je het ook offline kunt gebruiken zoals bij Firefox mogelijk is.

Zoals je ziet kun je ook plaatjes invoegen. Ook kun je switchen naar HTML mode.

08 december 2010

Integratie sociale netwerken en samenwerkingstools


Nieuwe infrastructuur SURFnet integreert sociale netwerken en samenwerkingstools

SURFconext creëert nieuwe online samenwerkingsinfrastructuur voor onderzoeks- en onderwijsinstellingen

Utrecht, 8 december 2010
 - SURFnet introduceert tijdens de SURFnet Relatiedagen de nieuwe dienst SURFconext, een online samenwerkingsinfrastructuur voor studenten, medewerkers en onderzoekers bij onderzoeks- en onderwijsinstellingen die het mogelijk maakt samen te werken over instellings- en landsgrenzen heen. SURFnet heeft deze vernieuwende infrastructuur samen met het hoger onderwijs en onderzoek en diverse (inter)nationale partners ontwikkeld.

Paul van Dijk, productmanager SURFconext bij SURFnet: "Door de groeiende behoefte aan informatie-uitwisseling bij multidisciplinaire teams ontstaat een toenemende vraag naar nieuwe samenwerkingsoplossingen. SURFnet ziet nieuwe kansen in online samenwerking. We zijn met veel hoger onderwijs-instellingen in gesprek over het in gebruik nemen van de nieuwe samenwerkingsinfrastructuur."

Applicaties van verschillende aanbieders 
SURFconext zorgt dat applicaties van verschillende aanbieders en instellingen met en naast elkaar gebruikt kunnen worden waardoor nieuwe samenwerkingsmogelijkheden ontstaan. Met behulp van applicaties die door middel van open standaarden met elkaar worden verbonden, kunnen gebruikers eenvoudig informatie delen en bestanden bewerken. Voorbeelden zijn onder andere document sharing, webconferencing, chat & presence-tools, video en applicaties die specifiek gericht zijn op onderzoek en onderwijs. 

Veilige en gemakkelijke toegang 
Onderzoeks- en onderwijsinstellingen kunnen koppelingen tussen interne en externe applicaties maken en via een eigen portal hun eigen gebruikers een samenwerkingsomgeving aanbieden. Door gebruik van de SURFfederatie kan via de portal worden ingelogd met het eigen instellingsaccount, zodat gebruikers veilig en gemakkelijk toegang krijgen tot de beschikbare online applicaties. Hier kan men een eigen samenwerkingsomgeving creëren door zelf de gewenste applicaties te kiezen en deze te delen met collega’s. Gebruikers kunnen zelf de autorisatie van hun teams regelen. 

OpenSocial portal
SURFnet heeft een demoportal gebouwd om alle mogelijkheden te demonstreren. Deze portal is ontwikkeld op basis van de OpenSocial-standaard. SURFnet wil instellingen stimuleren een eigen instellingsportal te ontwikkelen en deze te koppelen aan SURFconext. Een aantal universiteiten waaronder Universiteit Twente en de TU Delft zijn al actief met OpenSocial bezig. Jos in den Bosch, IT-architect bij de TU Delft: "Wij zijn samen met SURFnet een pilot gestart voor het gebruik van OpenSocial, waarbij werd getest of het echt zo makkelijk is om eigen functionaliteiten en die van derden tegelijkertijd aan te bieden. De op OpenSocial gebaseerde portal heeft alles in zich om zowel binnen de instelling als instellingsoverstijgend meerwaarde te bieden." 

Beschikbaarheid
Begin januari 2011 is de dienst SURFconext in bèta beschikbaar. SURFconext wordt doorontwikkeld, zodat onderzoekers, docenten en studenten de nieuwste applicaties en resources kunnen combineren.

Links:

07 december 2010

Een nieuwe avatar

© Foto Liesbeth Dinnissen
Op de laatste i&i conferentie was op beide dagen een beroepsfotografe aanwezig die van iedereen die dat wilde gratis een portretfoto maakte. Een mooi aanbod waar ik natuurlijk graag gebruik van maakte!

Afgelopen week kreeg ik de foto in origineel formaat toegestuurd, vergezeld van de volgende instructies:
Hierbij krijg je het portret toegezonden die ik van je heb gemaakt op de I en II conferentie 24 november. De bestanden zijn groot genoeg voor A5 drukwerk. Omdat ik tegenwoordig niet goed meer weet wat er met de foto's gebeurt nadat ik ze heb afgeleverd, zijn hier enkele aanwijzingen waar je op kunt letten als je de foto's wilt bewerken, of verkleinen.
  1. Bewaar altijd het originele bestand precies zoals ik het heb aangeleverd, ook met dezelfde naamgeving.
  2. Als je de naam van het bestand wilt veranderen, bewaar het origineel dan ook.
  3. Werk altijd als je iets wilt veranderen weer opnieuw vanuit het origineel en sla het op onder een andere naam.
  4. De foto's zitten ook onder de originele naam in mijn archief, zodat je altijd de foto nog eens kunt opvragen, als je hem kwijt bent.
  5. Het Copyright van de foto gaat zover dat je hem mag publiceren voor flyers, website etc. Als derden de foto willen publiceren, is het netjes als ze mij om toestemming vragen en betalen voor de publicatie.
  6. Ik zou het erg op prijs stellen als mijn naam wordt vermeld bij publicatie. © Foto Liesbeth Dinnissen
  7. De foto heeft een s RGB kleurprofiel, waar de meeste schermen goed op zijn ingesteld, zodat de foto qua kleur goed op internet te zien is.
    Het was een plezier om je te fotograferen, en ik hoop dan ook dat het het resultaat heeft wat je hebt beoogd!
Prima tips die voor sommigen misschien een open deur zijn, maar waar anderen zeker veel aan kunnen hebben! Ook de regels voor copyright zijn helder en duidelijk en laten geen ruimte voor misverstanden. Verder is het natuurlijk fijn dat je de foto zelf mag nabewerken (retoucheren ook?)

Maar, vind je jezelf dan zo mooi?
Nou nee, dat niet echt, maar ik heb gemerkt dat door een duidelijk herkenbare foto te gebruiken als avatar (zie Wikipedia) in m'n profielen op alle mogelijke social media sites ik al in contact ben gekomen met mensen die me anders nooit aangesproken zouden hebben. Doordat mensen je herkennen van een foto stappen ze makkelijker op je af om zich voor te stellen en een praatje aan te knopen.
Daarom kan ik iedereen die echt wil netwerken dan ook van harte aanbevelen om in plaats van een of andere fantasie avatar een duidelijk herkenbare foto te gebruiken. Dus geen vorm van zelfverheerlijking (wat ik iemand een keer hoorde zeggen) maar een bewuste keuze.

Leuk dat de vereniging i&i dit faciliteerde. Nóg mooier zou het zijn wanneer je ter plekke de mogelijkheid zou krijgen om -eventueel met uitleg en onder begeleiding- de foto te bewerken en te uploaden naar een aantal sites zoals Twitter, Facebook, LinkedIn en noem ze maar op! Idee voor een volgende conferentie?

05 december 2010

Leren 2.0: De kloof tussen praten en doen

Wat is de gouden tip?
Ja, zo'n titel trekt kennelijk bezoekers want de zaal waarin deze presentatie op de Online Educa gegeven werd zat binnen de kortste keren helemaal vol!

Na een korte inleiding van Chairman Jan-Kees Meindersma (die Wilfred Rubens verving) gaf Lance Dublin eerst een presentatie. Niet schokkend, niet nieuw, maar zeker niet slecht. Je kunt het nodige materiaal van hem vinden via zijn website. Heel raak vond ik de quote die hij op een gegeven moment liet zien:
"OH: Social media is like teen sex. Everyone wants to do it. No one actually knows how. When finally done, there is surprise its not better."
Daarna gingen Satu Nurmela en Riitta Suominen met elkaar in dialoog over 10 stellingen voor en tegen het educatieve gebruik van Social Media in het onderwijs en toen werd het echt leuk!
De stellingen op het scherm en de dames aan weerszijden die telkens om de beurt de voors en tegens van de stelling verdedigden (waarbij een van hen zich natuurlijk behoorlijk geweld moest aandoen). Eindelijk eens een andere werkvorm met wat meer interactie in de vorm van een soort toneelstukje.
Daarna kregen deelnemers in de zaal de opdracht om groepjes te formeren en een gouden tip te formuleren waarmee social media in het onderwijs beter te implementeren is.

Gelijk na het geven van de opdracht zag je mensen opstaan en weglopen, typisch gedrag voor een aantal bezoekers. Stel je voor dat je zelf actief ergens aan deel moet nemen...

Anderen zochten elkaar echter op, kozen de voertaal en gingen in discussie. De bedoeling was dat het antwoord geformuleerd zou worden in maximaal 140 karakters en vervolgens getwitterd naar de chairman, maar dat kwam helaas niet helemaal uit de verf omdat sommigen klaagden over de internetmogelijkheden.

Na een kwartier kwam de terugkoppeling uit de groepjes en werd er nog wat nagepraat. Eigenlijk een les zoals je je die met je leerlingen ook voor kunt stellen, heel normaal en niet wereldschokkend maar voor een Online Educa sessie een welkome verademing!



De resultaten zijn door een van de workshopleiders gelijk na de sessie via Twitter online gezet:
Na afloop vroeg ik of de stellingen online kwamen. Daar was helaas nog niet over nagedacht: I believe it becomes available on cd through Online Educa. Dat is dan weer een domper...

Terugblik op de Online Educa 2010

What do you mean by miserable?
De afgelopen week was ik op uitnodiging van het Consortium voor Innovatie op de Online Educa in Berlijn. Natuurlijk in de hoop en verwachting dat ik een lawine van blogberichten zou schrijven over mijn ervaringen daar.
Normaal gesproken is dat al een uitdaging op zich, maar nu extra lastig omdat ik dit niet de beste conferentie vond die ik ooit heb bijgewoond en dan druk ik me nog diplomatiek uit.

Wat ik er niet goed aan vond:
Keynotes die op een enkele uitzondering na niet al te best waren
Sessies die soms veel te laat begonnen
Sessies die soms veel te vroeg beëindigd werden
Wifi voorzieningen die soms in het geheel niet of heel slecht werkten
Presentatoren die hun presentaties vanaf de eerste hoofdletter tot de laatste punt letterlijk voorlazen vanaf papier.
Presentatoren die met de rug naar het publiek hun presentatie voorlazen vanaf het scherm
Presentaties die vrijwel volledig uit tekst en bullets bestonden.
Sessies bestaande uit drie deelpresentaties die onderling niets met elkaar te maken hadden
Presentatoren die zittend en zich verschuilend achter hun notebook hun verhaal oplezen
Een beursvloer met standjes die veel te krap bemeten was en daardoor slecht tot z'n recht kwam
Een bepaald niet intuïtieve website om je eigen programma samen te stellen
Per dag kun je maar drie sessies volgen
En zo kan ik nog wel even doorgaan!

Was er dan niets goed? Jazeker wel:
De lunch en verdere catering was beide dagen prima!
Larry Johnson maakte als keynote veel goed!
De handson sessie met Sugata Mitra was geweldig!
De sessie "The Gap Between Talking and Doing" en met name de bijdrage daaraan van twee Finse dames was vanwege de afwijkende werkvorm een verademing!
Je hebt heel veel tijd en gelegenheid om mensen te ontmoeten en te netwerken!
Het is hoe dan ook inspirerend om zoveel mensen bij elkaar te zien met veel bevlogenheid en betrokkenheid!

Maar wat is nu de balans, Educa Offline?
Dat zul je mij niet horen zeggen. Een conferentie is wat je er zelf van maakt! Je kunt dus ook overwegen om zelf presentaties aan te dragen bij de volgende Call for Proposals.
Verder is het heel belangrijk om niet alleen te gaan, maar je aan te sluiten bij een groep. Samen doe je zoveel meer ervaring en informatie op dan alleen!
Dat bleek dit jaar eens te meer uit de samen met saMBO~ICT en Kennisnet georganiseerde netwerkbijeenkomsten. Op woensdagavond werd alle deelnemers gevraagd een focusvraag te formuleren: Waarom ben je hier en wat hoop je hier te leren? Ook kregen de deelnemers een stapeltje (D-Mark) bankbiljetten uitgereikt. Op de bijeenkomst van vrijdag (om 7:30 uur!) mochten ze die een bestemming geven. Daar kwam ook opnieuw de focusvraag aan de orde. Aan de hand daarvan werden er veel ervaringen uitgewisseld. Een van de deelnemers zei: "Ik hoor nu in een half uur meer goede tips dan gisteren gedurende de gehele dag!"
OP de twee onferentiedagen zelf heb ik veel mensen horen mopperen over de kwaliteit van de presentaties. Na afloop heeft iedereen toch het gevoel weer een paar leerzame en inspirerende dagen gehad te hebben. Er gebeurt dus veel meer (met je) dan alleen tijdens die sessies! Juist de tijd daaromheen moet je dus zo goed mogelijk uitnutten. Je komt collega's tegen van andere instellingen die je in Nederland nooit ziet. Ook dat is wat zo'n conferentie mogelijk maakt.

Kortom:
Als ik volgend jaar weer in de gelegenheid wordt gesteld om te gaan zal ik zeker geen nee zeggen. Ook anderen zal ik het niet afraden, maar wel met de nodige kanttekeningen. Je bent baas van je eigen programma!
"Maar als mijn baas dit leest laat hij me nooit meer gaan!"
Tja, dat betekent dat je met een ijzersterke motivatie zult moeten komen. Misschien zijn er weblogs waar veel positiever gesproken wordt over de Online Educa. Laat de baas dan vooral die ook lezen. Wat me trouwens opviel is dat de mensen die voor het eerst gingen het veel beter vonden dan de "conferentietijgers" die geen jaar overslaan. Laat die dan maar eens thuis en stuur jonge collega's daarvoor in de plaats!

Internationaal
Er waren dit jaar deelnemers uit maar liefst 103 landen! Dat is op zich al fascinerend natuurlijk. Duitsers op nummer 1, Nederlanders op 2, Engelsen op 3 en de Finnen op 4. Maar ook Australië en veel landen uit Afrika waren vertegenwoordigd. De voertaal is bij alle presentaties engels. Dat kan soms wel eens leiden tot wat misverstanden. Zo kwam er bij een Italiaanse presentator de volgende vraag uit de zaal:
Do you have some measurable results? Waarop de Italiaan reageert: What do you mean by miserable?

Tips voor presentatoren
Ik weet niet of er Nederlanders zijn die een vinger in de pap hebben bij de organisatie van de Online Educa. Zo ja, dan zou ik die graag een aantal tips meegeven: Biedt de presentatoren alstjeblieft een handleiding aan om (beter) te leren presenteren. Moedig het gebruik van andere werkvormen aan. Verbiedt Powerpoint! Zorg voor een betere internetvoorziening. Maak het programma op de website op de een of andere manier overzichtelijker.

02 december 2010

Sugata Mitra op de Online Educa

Self Organised Learning Environments
Een van de sessies waar ik me echt op verheugde was die met Sugata Mitra:
Self Organised Learning Environments
Sugata Mitra beweert namelijk dat je geen docent nodig hebt om te leren, je kunt het ook zelf doen!
Natuurlijk had ik hem al gezien op Dé Onderwijsdagen in Utrecht, maar nu zou hij datgene wat hij daar verteld had in de praktijk brengen via een handson sessie. Het bleek dat er maar 40 plaatsen beschikbaar waren en dat je daarvoor moest intekenen. Natuurlijk was ik daar te laat voor maar gelukkig kon ik me naarbinnen praten door te zeggen dat Sugata het niet erg vond als er heel veel mensen om één computer hingen, getuige zijn verhaal over het Hole in the wall project. Inderdaad zat de zaal binnen no time bommetje vol. Tijdens zijn inleiding liet Sugata telkens weer mensen binnen door de deur open te doen als eraan gerammeld werd met de boodschap: “You can get in, but you cannot get out!

Het eerste gedeelte was inderdaad een herhaling van zijn presentatie in Utrecht, maar daarna kwam dan toch het moment waarop hij zijn experiment met ons wilde starten. In Powerpoint typte hij de volgende vraag:

”Is research on telepathy funded still? By whom and why?”

Hij vertelde daarbij dat dit de eerste keer was dat hij dit zo in praktijk bracht. In de zaal stonden 20 notebooks, dus in principe per twee personen één computer. Hij vroeg de helft daarvan uit te zetten en groepjes te formeren waarin de opdracht uitgevoerd kon worden. We kregen 20 minuten de tijd om het antwoord op de vraag te vinden. Hij zou de zaal verlaten zonder verdere aanwijzingen te geven.
Wat er toen gebeurde was (achteraf) heel bijzonder. In de eerste plaats verliet een aantal mensen de zaal. Die hadden het blijkbaar wel gezien of wilden niet meedoen. Anderen keken wat om zich heen in afwachting van wat er nu zou gaan gebeuren. Anderen vormden inderdaad groepjes en gingen overleggen over hoe ze het vraagstuk moesten gaan aanpakken. Sommigen bleven voor de computer zitten en begonnen voor zichzelf te zoeken naar de oplossing. Na verloop van tijd was er één persoon die ging rondlopen en bij andere groepjes ging kijken wat zij als oplossing gevonden hadden. “You’re spying on us” kreeg hij als reactie terwijl hij nu juist het gedrag vertoonde wat Sugata Mitra aanmoedigt: Kijk bij anderen en doe er je voordeel mee!

Na 20 minuten kwam Sugata terug en nam weer het woord. Het bleek dat hij helemaal niet gelijk was weggegaan maar heel goed had geobserveerd wat er in de groep gebeurde, namelijk dat sommige mensen opstapten, anderen voor zichzelf aan de slag gingen en het wel 5 minuten duurde voordat zich groepjes gevormd hadden. Toen vertelde hij dat hij exact hetzelfde experiment met dezelfde vraag een week geleden aan een groep 10-jarigen had voorgelegd. Ik zal jullie niet vertellen of zij met hetzelfde antwoord gekomen zijn. Wat denk je zelf?

Al met al een zeer geslaagde workshop, gegeven door een bevlogen man met een mooie visie en een prachtige werkvorm. Waarom? Omdat het zo simpel en voor de hand liggend is. Een verademing in een dag vol powerpoint-bullet sessies!

PS: Overigens kreeg ik via twitter ook het antwoord op de vraag die Sugata stelde. Naast Google kun je dat platform kennelijk dus ook prima gebruiken!